Thursday, June 16, 2016

Over inspanning en meetbaarheid

In een opinietekst voor De Morgen met als titel 'Liever een basisloon dan een mini-inkomen' werpen Yasmine Kherbache en Jan Cornillie (allebei van sp.a) enkele bezwaren op tegen de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Hun voornaamste argument tegen zo'n basisinkomen lijkt het volgende te zijn : "Er is een grote maatschappelijke vraag om een sociale verzekering voorwaardelijk te maken. Dat is niet alleen ingegeven door beperkte budgettaire middelen, maar beantwoordt ook aan een democratische vraag naar wederkerigheid binnen een sociaal-economische gemeenschap." 
Het probleem is nu net dat die wederkerigheid er niet altijd is nu. Inspanningen worden niet naar hun juiste waarde afgemeten of zijn niet altijd even meetbaar. Er zijn bijvoorbeeld de bullshit jobs (om een bekende term van David Graeber te gebruiken), er zijn de door velen gehate en overbetaalde managerjobs, en er is de onderwaardering van sociaal engagement, artistieke expressie of werk met filosofische diepgang.
Een voorbeeld:
Voor velen zal een boek van Hegel of Marx lezen een grote inspanning vergen, zeker wanneer het niet in de eigen moedertaal plaatsvindt. Wordt die inspanning maatschappelijk gewaardeerd? Soms, maar er staat niet noodzakelijk verloning tegenover. In bijna alle gevallen zal zo'n inspanning niet tot een geldelijke vergoeding leiden. En wie een diploma van master in de filosofie heeft is er steeds minder mee om dat ook op zijn of haar cv te vermelden. Meer zelfs: het wordt door vele werkgevers gewantrouwd. 
In een maatschappij zonder enige vorm van onvoorwaardelijk basisinkomen zal het heel moeilijk worden om bepaalde denkinspanningen ook voldoende in geld uitgedrukte waardering mee te geven. Niet alles van werk is meetbaar. Het zou een illusie zijn om dat te denken. Bovendien moeten we af van een maatschappelijk model waarin bijna elk resultaat wordt beoordeeld aan de hand van de mate van meetbaarheid.

Sunday, June 12, 2016

Lokaal, regionaal of wereldwijd?

Ik ben voor een wereldwijd basisinkomen van 1 euro of meer. In België moet het zeker meer zijn dan dat, en het is slechts een eerste kleine stap om armoede te verzachten, maar het is beter dan niets. En het ondergraaft het principe 'voor iets hoort wat', het ontkoppelt geld krijgen van er voor moeten werken. En dus lijkt het me een stap richting het oorspronkelijk communistische principe van 'ieder werkt naar vermogen en krijgt naar behoefte', hetgeen ook door veel libertaire socialisten is verdedigd als idee. Wat met het principe 'ieder werkt naar vermogen en krijgt naar behoefte', dat onder andere door Marx en libertaire socialisten als Kropotkin, Emma Goldman, Errico Malatesta en Murray Bookchin verdedigd werd? Ik denk dat het in principe daar ook ongeveer op uit gaat draaien indien wereldwijd een volwaardig basisinkomen zou ingevoerd worden. Met als gevolg dat geld als principe daarna in een wereldwijde post-schaarste wordt afgeschaft. Maar zover zijn we nog lang niet en het is heel onzeker dat zo'n situatie er ooit komt.
In Vlaanderen blijven discussies over basisinkomen/basisloon voor verdeeldheid zorgen in progressieve kringen. Bij Groen is er bijvoorbeeld veel meer interesse in een basisinkomen dan bij SP.A. Er is nog nooit zoveel aandacht voor het basisinkomen geweest in de Vlaamse en Europese media als nu in elk geval. We leven niet langer in de 20ste eeuw, met de voortschrijdende digitalisering en robotisering zal er regelmatig meer vraag zijn naar "werk" dan aanbod van "werk". Heel veel jobs gaan nu al verloren doordat werknemers door machines vervangen worden. Bovendien zorgt het topzware industriële productieapparaat in vele landen voor nogal wat ecologische ontwrichting. Er moet dus iets gebeuren. De popularisering van de idee onvoorwaardelijk basisinkomen kan bijdragen tot een versnelde ecologische reconversie. De popularisering van de idee onvoorwaardelijk basisinkomen doet mensen meer nadenken over het soort economie waarin we leven en het soort arbeid dat daarin geleverd wordt. Alles is sowieso in versnelde maatschappelijke verandering gebracht, zo blijkt ook elke dag weer.

Friday, June 10, 2016

Liberale Gwendolyn

Ik ben geen verwoede anti-liberaal. Als liberalen zeggen voor individuele vrijheid te zijn, ga ik niet individuele vrijheid proberen te beknotten, zolang die individuele vrijheid maar goed samengaat met sociale vrijheid wel. Als steeds meer liberalen zeggen voor een basisinkomen te zijn, dan ga ik niet plots mijn pleidooien voor de invoering van een basisinkomen stopzetten, zolang dat basisinkomen geen armoede in de hand werkt wel natuurlijk. Misschien wordt het voor een basisinkomen zijn binnenkort wel even evident in België als voor de sociale zekerheid zijn trouwens, maar we zullen zien wat het tijdperk van digitalisering en robotisering met zich meebrengt.
Als Gwendolyn Rutten over communisme begint dan frons ik echter de wenkbrauwen weer eens. Volgens de bekendste liberale politica van Vlaanderen was er een systeem dat "in de tweede helft van de 20ste eeuw poogde te concurreren met het kapitalisme: het communisme. Het enige wat daar in gelijke mate werd verdeeld, was armoede en onvrijheid. Des te vreemder is het om vandaag een soort "communistisch reveil" te ontwaren dat meer gebaseerd lijkt op misplaatste nostalgie dan op feiten." Dat schrijft Rutten in een opiniestuk voor De Morgen.
Wacht eens even. Over welk communisme heeft ze het eigenlijk? Over stalinisme, leninisme, castroïsme, marxisme? En dat wordt dan allemaal op één hoop gegooid? Heeft ze het ook over radencommunisme, libertair communisme, democratisch communisme? Communismen zijn er in 101 soorten. Dat nepvarianten als stalinisme en maoïsme uiteindelijk zo invloedrijk zijn geworden? Het kon enkel omdat stalinisme een vorm van staatskapitalisme werd, een economisch systeem waarin expansie en winstbejag belangrijk zijn, maar waarin er ook een grote rol voor staatsinterventies is weggelegd.
Is er een soort "communistisch reveil" ontstaan? Misschien, maar dat kon enkel omdat steeds minder communisten zeggen niks met democratie te willen. En omdat steeds meer liberalisme paradoxaal genoeg ook leidt tot steeds meer uitgesproken anti-liberalisme, als tegenreactie.